Stof vergelijkbaar met de sluier, oorspronkelijk gemaakt met het zijdegaren, maar momenteel ook met andere garens, zeer transparant en stijf gemaakt door de dressing en vintage broches. Het is een fijne en transparante stof van zijde of andere materialen voor Hoodie-ontwerpen, star gemaakt door een chemische afwerking.
Zijden stof, licht en waardevol, arriveerde voor het eerst uit de Perzische stad Ormius waar het waarschijnlijk zijn naam aan ontleent. Lichte stof, geproduceerd met het gelijknamige tweelaagse of sterker gedraaide zijdegaren, lijkt op mousseline, maar minder zacht, compacter en robuuster. Warm mohairbont gemaakt met een mix van mohair en polyamide.
Middelzware stof met een strakke structuur, met goed gemarkeerde en duidelijke horizontale ribben. Beschikbaar in meerdere garens: zijde, katoen, wol, rayon. Zeer fijne katoenen stof, zeer compact en resistent, vergelijkbaar met ei-huid in kleur en dunheid wordt gebruikt voor Hoodie-ontwerpen. Gebruikt voor damesondergoed. Synthetische of natuurlijke, warme stof met een harig oppervlak, vergelijkbaar met sweatshirt maar met veel langer haar.
Katoenen stof met geweven pantser, gebruikt voor blouses en ondergoed. Bont geproduceerd met het dikke en zachte haar van de Siberische eekhoorn. Met een natuurlijke grijze kleur, maar vaak geverfd in andere kleuren, was het in de jaren 40 een rage. Zacht, waterafstotend, zeer isolerend, zeer warm synthetisch weefsel. Eerst gebruikt voor zijn kwaliteiten voor pakken en andere sportkleding, tegenwoordig wordt het gebruikt om pyjama’s en andere kleding en hoodie-ontwerpen te maken.
Technisch gezien zijn er twee categorieėn kant: naaldkant en kussenkant. Kant verschijnt relatief laat in de textielscene, in de tweede helft van de jaren 1500. Venetiė en Vlaanderen zijn een deel van de internationale belangstelling voor kant, aanvankelijk de eerste voor naaldkant en de tweede voor kussenkant. Type licht en kreukbestendig nylon, stof in stoffen of sweaters die worden gebruikt voor high fashion en hoodieontwerpen.
Textielvezel geproduceerd uit de bladeren van een soort wilde banaan. De plant heeft zeer grote bladeren tot 180 cm lang, waarvan de bovenste epidermische laag de raffia zelf vertegenwoordigt. Een term die is afgeleid van het adjectief satijn, wat betekent dat er geen uitsteeksels en oneffenheden zijn. Geeft een weefsel met geweven pantser aan, waarin de kruisingen tussen ketting en inslag tot het maximum zijn beperkt. Aan deze eigenschap wordt het zeer gladde en glanzende uniforme uiterlijk van deze stoffen ontleend.
Katoenen stof in satijnweefsel met ingetogen glans. Het is de zilveren vossenbont met lang, dik en zacht haar. Het was ook de hele vos, behandeld met veel hoofd, staart, benen en glazen ogen die tijdens de interbellum om de nek van het pak werd gedragen.
Leave a Reply